Sneue gevallen (gr. 3/4 online)

Bekijk de filmregistratie van een voorstelling in de klas!
De theaters zijn voorlopig gesloten en het is ook niet mogelijk om een voorstelling op een school te spelen. Daarom biedt Theater Sonnevanck voor ieder leerjaar filmregistraties van voorstellingen aan, inclusief een inspirerend educatiepakket dat je in de klas kan uitvoeren. Op deze manier wordt het kijken van de voorstelling een beleving! De absurd gevoelige komedie Sneue gevallen is geschikt voor groep 3 en 4.

 

De voorstelling

Sneue gevallen is een absurdistische en ontroerende komedie. Een ode aan de gevoelige mens. Gevoelens, ze liggen overal op de loer…

Niemand is zo gevoelig als Bram. Zodra hij de voordeur uitstapt, wordt hij overspoeld door prikkels. Tikkende stoplichten, borende bouwvakkers, regen en wind. Voor Bram is het al snel te veel, veel te veel. Daarom ligt hij in zijn veilige warme snoezelkamer en komt nooit buiten.

Zijn ouders vinden dat het tijd wordt voor verandering. In de snoezelkamer hangt een poster van Jan de Survival-Man: 'De man die alles voor elkaar krijgen kan!’. De oma van Jan de Survival-Man woont bij Bram in de straat. Eén keer per jaar gaat Jan de Survival-Man naar zijn oma en dat is toevallig vandaag. Als Bram nu eens bij zijn idool op bezoek gaat? Misschien kan een ontmoeting hem helpen.

Bram wil zijn ouders niet teleurstellen. Hij zet zijn veiligheidshelm op en trekt zijn berenpak aan. Samen met zijn beste vriend Phil, een rots aan een touwtje, opent hij met trillende knieën de voordeur. Waarom hebben alle andere mensen nergens last van?

 

Educatie 

Bevat: lesbrief, poster, boekje 'Survival of the prikkels' om mee te nemen naar huis

De voorstelling Sneue gevallen gaat over de extreem gevoelige Bram die opgroeit in een snoezelkamer. De educatie bestaat uit de poster, een voorbereidende lesbrief, een nagesprek en het boekje: ‘Survival of the prikkels’. Met de educatie onderzoek je met je leerlingen wat prikkels en gevoelens voor hen betekenen en hoe ze daar mee omgaan. Bij het bekijken van de voorstelling nodigen we de leerkracht uit om er echt een moment van te maken en te doen alsof je met de leerlingen naar het theater gaat. Of misschien kunnen ze de klas zelfs ombouwen tot een snoezelkamer! Dan begint iedereen, net als in de voorstelling, in de snoezelkamer van Bram.

Vragen?
Bel of mail naar Susan Waanders (educatie)
susan@sonnevanck.nl, 06-21686887

 

 Reacties van leerkrachten
Op de voorstelling Sneue gevallen, die in 2018 & 2020 een tournee maakte langs theaters

'De kinderen waren heel enthousiast. Ze vonden het 'superleuk'. Ik zag de kinderen genieten.' 

K. Groeneveld

'Leuke voorstelling die ruimte geeft om een gesprek aan te gaan met de kinderen.'
S. van den Boer

'Veel actie en afwisseling waardoor het dynamisch en boeiend bleef. Met humor en goed aansluitend bij deze leeftijdsgroep.'
J. de Steur

 

Leerplankader

Oriënteren
(60 punten)
Onderzoeken
(20 punten)
Uitvoeren
(10 punten)
Evalueren
(10 punten)

De leerling kan actief luisteren naar (live) muziek uit een breed muziek(-theater) repertoire, aansluitend bij zijn belevings-wereld. De leerling kan kennisnemen van betekenissen die anderen aan muziek geven, waaronder de componist.

De leerling kan verschillen in klank en de vormaspecten herhaling en contrast in een breed repertoire van muziek herkennen en benoemen. De leerling kan muziekstukjes ontwerpen met (willekeurige) gebruikmaking van muzikale tegenstellingen, herhaling en contrast. De leerling kan zijn muzikale ideeën picturaal en grafisch weergeven en reproduceren.

De leerling kan zuiver, helder gearticuleerd en met expressie zingen in een omvang van c’-c’’. De leerling kan meezingen met een begeleiding. De leerling kent liedjes in meerdere talen en van diverse culturen. De leerling kan de maat en eenvoudige ritmische (begeleidings-) patronen uitvoeren. De leerling kan adequaat reageren op eenvoudige (lied)leidingsgebaren voor maat/puls. De leerling kan in groepsverband picturaal en eenvoudig grafisch genoteerde composities uitvoeren. De leerling kent de namen en speelwijzen van het schoolinstrumentarium en van enkele veelvoorkomende instrumenten van het pop- en (Westerse) klassieke instrumentarium. De leerling heeft bij het musiceren in groepsverband aandacht voor het samen zingen en spelen. De leerling kan (alleen en in groepsverband) een kort muziekstukje aan anderen presenteren.

De leerling kan (in overleg) muzikale keuzes maken en daarover vertellen. De leerling kan feedback geven op het werk(proces) van anderen. De leerling heeft enige kennis van de plaats van muziek in het leven van mensen van vroeger en nu.

De leerling kan aan de hand van een onderwerp/thema/voorstelling ideeën opdoen en dit als inspiratiebron gebruiken voor eigen dramatisch spel.

De leerling kan onderzoek doen naar de spelelementen wie, wat en waar. De leerling kan situaties uit zijn directe leefwereld of uit de media vormgeven in dramatisch spel en een verband leggen tussen een personage en een verhaal. Hij kan daarbij onderscheid maken tussen iemand anders spelen dan zichzelf. De leerling kan meerdere oplossingen bedenken bij het onderzoeken van een opdracht.

De leerling kan door te improviseren zelfstandig en spontaan oplossingen verzinnen. De leerling kan bewust de spelelementen wie, wat, waar in spel vormgeven. De leerling kan uiterlijke kenmerken van zijn rol bedenken en uitbeelden met gebruik van houding, gebaar, stem en taal. De leerling kan, binnen een gegeven kader, een scène met een duidelijke opbouw van begin – midden – eind voorbereiden en spelen. Hij kan daarbij in overleg met anderen keuzes maken en aangeven hoe hij gebruik heeft gemaakt van ideeën die hij heeft opgedaan in de onderzoeksfase. De leerling kan spelopdrachten uitvoeren, actief meespelen met de dramatische werkvormen: (vertel)pantomime, spelen met materialen, teacher in role, tableau vivant, improvisatiespel, afspreekspel, spiegelspel en dialoogspel uitvoeren en kan daarbij, onder begeleiding, onderscheid maken tussen speel- en publieksruimte. De leerling kan met een groepje een presentatie geven voor de eigen groep en/of een andere voor hem bekende publieksgroep.

De leerling kan vertellen over zijn vormgevingsproces en zijn (groeps-) presentatie en kan benoemen wat zijn rol is in de samenwerking met anderen. Hij kan zijn eigen keuzes onder woorden brengen. De leerling staat open voor feedback van anderen en kan dit waarderen.