Jong&oud=goud

Jong&oud=goud

Het project wordt gegeven met het stappenplan op deze link https://tessatotaaltheater.nl/jong-oud-goud/

Oriënteren: Een dag voordat Tessa op bezoek komt

Bekijk het  introductiefilmpje en lees daarna de lesbrief door. Het gedeelte "vergeten herinneringen" kan ons beter laten begrijpen wat er gebeurt als ouderen vergeetachtig worden. Voltooi daarna de opdracht uit de lesbrief "De boekenkast". Omdat dit project voor groep 1 tot en met groep 8 wordt ingezet zul je de opdracht voor de jonge kinderen wat moeten aanpassen aan hun niveau. 

Stap 2 Oriënteren: Oefendag in de klas met Tessa

Tessa vertelt over de liedjes, over ouder worden en over behulpzaam zijn. De leerlingen ontvangen tijdens de eerste les het liedboek. Natuurlijk gaan we ook lekker samen zingen. 

( duur 45 tot 60 minuten)

Stap 3 Onderzoeken: Zelf oefenen minimaal 2 weken

Het liedboek mag tijdens de oefenperiode versierd worden. De tip is om de leerlingen creatief bezig te laten gaan met het liedboek terwijl de liedjes worden gedraaid. Lekker ongedwongen!

Daarnaast kun je ook bewust oefenen door de opnames te laten draaien en mee te zingen met de tekst uit het liedboek. De oefenopnames zijn te vinden onderop deze pagina. 

Stap 4 Onderzoeken: Bekijk na een week oefenen het volgende filmpje van de site

Stap 5 uitvoeren: Samen zingen in het verpleeghuis

Na ongeveer 2 tot 4 weken oefenen zullen wij elkaar zien in het verpleeghuis in de buurt. Tom ( de pianist) en Tessa wachten op jullie. De leerlingen mogen plaatsnemen in de kring in de hal. Natuurlijk neemt iedereen hun versierde liedboek mee. 

We wachten tot de groep ouderen is gebracht en tussen ons in zit. Daarna zullen we de liedjes samen met de ouderen zingen. De ouderen mogen zo nodig de teksten meelezen uit het liedboek van de leerlingen. We zullen leren van elkaar, praten met elkaar, lachen met elkaar en vooral zingen met elkaar. 

Het muzikale geheugen van de mens verspreid zich over het brein. Het blijft het langst in tact. Alle kennis kan wegvallen maar muziek blijft over.

Een magisch gevoel om dit voor en met ouderen te doen.

 

stap 6 Evalueren: Na het samen zingen

 

Bekijk wanneer je weer op school bent ter evaluatie het laatste korte filmpje van de site en schrijf een briefkaart.

 

 

 Het verhaal: 

Tessa vertelt over de liedjes, over ouder worden en over behulpzaam zijn. De leerlingen ontvangen tijdens de eerste les het liedboek, waar alle teksten instaan ( voorzien van hele grote letters). Dit liedboek mag tijdens de oefen periode versierd worden.

Na 2 weken oefenen zullen wij elkaar zien in het verpleeghuis in de buurt. Tom ( de pianist) en Tessa wachten op jullie. Jullie mogen samen met juf of meester plaatsnemen in de kring in de hal. Natuurlijk nemen de leerlingen hun versierde liedboek mee. 

We wachten tot de groep ouderen is gebracht en tussen ons in zit. Daarna zullen we de liedjes samen met de ouderen zingen. De ouderen mogen zo nodig de teksten meelezen uit het liedboek van de kinderen. We zullen leren van elkaar, praten met elkaar, lachen met elkaar en vooral zingen met elkaar. 

Het muzikale geheugen van de mens verspreid zich over het brein. Het blijft het langst in tact. Alle kennis kan wegvallen maar muziek blijft over.

Een magisch gevoel om wat voor en met ouderen te doen.

Tessa zal ervoor zorgen dat jullie niet ver hoeven te reizen naar het verpleeghuis. Op dit moment vinden de gesprekken plaats bij verpleeghuizen door heel Enschede. De verpleeghuizen die mee willen werken zijn:

De Eschpoort

De Posten

Bruggerbosch

Liberein ( meerdere locaties) 

Molenkamp Oldenzaal 

 

Er zijn ook leerkrachten die dit project graag zouden willen doen met hun kleutergroepen. Dat kan natuurlijk! Jullie zullen dan zelf iets meer moeten oefenen met de oefenbanden en filmopnames. Ze moeten de liedjes uit hun hoofd leren. Het lezen uit het liedboekje zal namelijk niet mogelijk zijn. 

Het liedboekje delen in het verpleeghuis kan natuurlijk wel. 

  

 

 

Leerplankader

Oriënteren
(20 punten)
Onderzoeken
(20 punten)
Uitvoeren
(40 punten)
Evalueren
(20 punten)

De leerling kan (binnen een inspirerende werkvorm) met aandacht luisteren naar muziek van buiten zijn belevingswereld. De leerling kan de eigen betekenisgeving aan muziek spiegelen aan die van anderen, en staat daarbij open voor andere ideeën.

De leerling kan variaties op thema’s in muziek herkennen en analyseren. De leerling kan variatie als vormprincipe toepassen in zijn composities. De leerling kan zijn muzikale ideeën vormgeven en eventueel verklanken met gebruikmaking van (muziek)technologie. De leerling kan specifieke klankaspecten onderscheiden en die weergeven in passende grafische symbolen.

De leerling kent meerdere canons. De leerling kan eenvoudige ritmische en melodische (begeleidings)patronen spelen binnen meerstemmigheid. De leerling kent de namen en speelwijzen van het schoolinstrumentarium en die van het pop- en (Westerse) klassieke instrumentarium. De leerling kan presenteren met overtuiging.

De leerling kan ontvangen suggesties verwerken in zijn werk(proces). De leerling heeft enig inzicht in de manier waarop muziek het gedrag van mensen kan beïnvloeden.

De leerling kan in binnen- en buitenschoolse situaties historie en betekenis met elkaar in verband brengen. Hij kan de eigen betekenisgeving spiegelen aan die van anderen en daarbij openstaan voor andere inzichten dan die van de leerling zelf.

De leerling kan in een (beschouwings-) gesprek over erfgoed verschillende betekenissen tegen elkaar afwegen. De leerling kan het verleden en heden vanuit meerdere perspectieven bekijken. De leerling kan beargumenteren op welke manier het erfgoed als waardevol kan worden beschouwd voor de samenleving (en of het de moeite waard is om te bewaren). De leerling kan informatie onderzoeken die inzicht geeft in historische ontwikkelingen rondom cultureel erfgoed.

De leerling kan vanuit de onderzoeksfase bewuste keuzes maken en aan de hand van bijvoorbeeld een gesprek of werkstuk, een eigen of nieuwe betekenis geven aan cultureel erfgoed. Hierin kan hij de waarde van het cultureel erfgoed voor het heden betrekken. De leerling kan zijn keuzes motiveren en relatie heden-verleden benoemen.

De leerling toont historisch besef in relatie met het cultureel erfgoed. De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de voorgaande fasen van het creatieve proces en staat daarbij open voor feedback van anderen. De leerling kan zijn werk buiten de school presenteren, de opbrengst uit de uitvoeringsfase relateren aan de betekenis van het cultureel erfgoed en erover discussiëren.