Perfomania - muziek en techniek

Perfomania - muziek en techniek

Performania

 

Oren op wieltjes, pratende kopjes, magische geluidsballonnen bestuurd door het publiek en een gitaarversnipperende hobo. De nieuwe absurdistische voorstelling Performania van het duo perforator – hoboïst Marlies van Gangelen en uitvinder Akim Moiseenkov – is onverklaarbaar, een uniek visueel en auditief spektakel. 

De hobo versmelt met het decor, bewegingen worden muziek en een leger van zelfgebouwde instrumenten komt tot leven.

Perforator respecteert het verleden terwijl ze de toekomst tegemoet gaan met hun innovatieve speeltechnieken en een muzikale taal die volledig van henzelf is. 

 

 

Leerplankader

Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)

De leerling kan zich binnen de context van een betekenisvol thema of onderwerp openstellen voor beeldende vormgeving en beeldende kunst (autonoom en toegepast). De leerling kan in een beeldbeschouwings-gesprek de betekenis die hij aan beeldende vormgeving en beeldende kunst geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt zoals beeldaspecten, materialen en technieken. Hij kan daarbij openstaan voor betekenissen die anderen daaraan geven (waaronder de vormgever, kunstenaar).

De leerling kan bronnenonderzoek doen en aspecten van wereldoriëntatie en beeldende vormgeving en beeldende kunst (waaronder cultureel erfgoed ) gebruiken als inspiratiebron voor eigen beeldend werk. De leerling kan binnen de context van het thema/onderwerp gericht experimenteren met beeldaspecten en materialen en technieken en verschillende mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken volgens welke stappen hij de beeldende opdracht het beste kan uitvoeren. Hij kan daarbij teruggrijpen naar de informatie en de ideeën die hij heeft opgedaan in de oriëntatiefase.

De leerling kan bewuste keuzes maken bij het uitvoeren van de opdracht en aangeven hoe hij gebruik heeft gemaakt van ideeën die hij heeft opgedaan in de onderzoeksfase. De leerling kan zijn keuzes motiveren en daarbij rekening houden met de criteria van de opdracht en zijn eigen criteria. De leerling kan zijn plannen volgens een bepaalde werkvolgorde uitvoeren en daarbij gebruik maken van zijn kennis en inzicht in het gebruik van materialen, technieken en gereedschappen.

De leerling kan vertellen over het verloop van zijn werkproces en daarbij zijn werk vergelijken met de criteria van de opdracht en zijn eigen criteria. De leerling kan zijn waardering uitspreken voor het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan een relatie leggen tussen oplossingen in zijn eigen werk en dat van beeldend vormgevers/kunstenaars en daarbij binnen- en buitenschoolse kunstervaringen betrekken.

De leerling kan objectief kennisnemen van betekenissen die anderen aan muziek geven, waaronder de componist.

De leerling kan muzikale thema’s in muziek van een breed repertoire herkennen en benoemen. De leerling kan met gebruikmaking van klank- en vormaspecten van muziek bewust structuur aanbrengen in zijn composities.

De leerling kan een lied zelfstandig correct zingen. De leerling kan in canon zingen. De leerling kan eenvoudige ritmische en melodische (begeleidings)patronen uitvoeren. De leerling kan adequaat reageren op een inzetgebaar bij canonzingen. De leerling kan bestaande grafisch- en traditioneel genoteerde composities auditief volgen en uitvoeren. De leerling kan tijdens het musiceren luisteren naar anderen en een kwalitatieve bijdrage leveren aan het gezamenlijke muzikale resultaat. De leerling kan (alleen en in groepsverband) een eigen idee of bestaande compositie aan anderen presenteren.

De leerling kan de gemaakte keuzes uit zijn muzikale ideeën en alternatieven toelichten. De leerling kan constructieve feedback geven en van anderen ontvangen. De leerling heeft enig inzicht in de invloed van muziek op mensen door middel van massamedia.