Onder het Maaiveld junior (voor groep 4, 5 en 6)

Onder het Maaiveld junior (voor groep 4, 5 en 6)

 

Waar gaat de film over?

Ga mee op een ondergrondse reis naar allemaal beestjes die je nog nooit gezien hebt! 

Wist je dat er in een handje grond meer bodemdiertjes leven dan dat er mensen op de aarde wonen? Meer dan acht miljard dus! De film Onder het Maaiveld junior neemt je mee op een ondergrondse reis naar allemaal beestjes die je nog nooit gezien hebt. Het bodemleven speelt een ontzettend belangrijke rol in alles wat groeit en bloeit op onze aarde. En het bijzondere is dat je die kleine beestjes ook bij jou in de buurt de bodem gezond houden. Na het zien van de film kijk je op een totaal andere manier naar je eigen omgeving en krijg je zin om zelf aan te slag te gaan. Tegels uit de tuin wippen en de natuur een handje helpen.

Oriënteren

De leerlingen oriënteren zich in de klas met de leerkracht over Concordia film. Wat weten de leerlingen al van de bioscoop van Concordia? Hoe ziet zo’n filmzaal eruit?  Wie maakt een film? Er is een lesbrief ontwikkeld met voorbereidende vragen op het bezoek van de film en materiaal dat is ontwikkeld door het IVN - natuureducatie Nederland

Onderzoeken

De leerlingen maken een verwachting van waar de film over zou kunnen gaan. Wie maakte deze film? Wie schreef het verhaal? Wie zijn de hoofdpersonages?

Er is een lesbrief ontwikkeld waarin onderzoekende vragen over de film en les materiaal van het IVN - natuureducatie Nederland 

Uitvoeren

De leerlingen worden ontvangen bij Concordia film en nemen plaats in de filmzaal. Ze gaan dan de film 'Onder het maaiveld' bekijken. Na afloop is er een nagesprek waarbij de kinderen hun eerste indruk kunnen delen.

In de lesbrief zijn verschillende workshops opgenomen waar leerlingen met het onderwerp vanuit filmisch perspectief aan de slag gaan plus educatiemateriaal van het IVN waarbij leerlingen hun eigen tuinbodem check kunnen doen. Daarnaast is er de mogelijkheid om de Herenboeren Usseler Es te bezoeken op afspraak.

We bieden een workshop aan in het atelier van Concordia of op school. We gaan onze eigen ondergrondse wereld creëren dmv stopmotion en/of 3D kaart
workshop kosten € 97,50
duur: 90 minuten
capaciteit 25 leerlingen per workshop
kosten bezoek Herenboeren: ntb

Evalueren
De leerlingen reflecteren samen op de film, het verhaal, de personages en de thematiek. Wat heeft indruk gemaakt? 

 

 

 

Leerplankader

Oriënteren
(0 punten)
Onderzoeken
(0 punten)
Uitvoeren
(0 punten)
Evalueren
(0 punten)

De leerling kan zich binnen de context van een betekenisvol thema of onderwerp openstellen voor beeldende vormgeving en beeldende kunst (autonoom en toegepast). De leerling kan in een beeldbeschouwings-gesprek de betekenis die hij aan beeldende vormgeving en beeldende kunst geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt zoals beeldaspecten, materialen en technieken. Hij kan daarbij openstaan voor betekenissen die anderen daaraan geven (waaronder de vormgever, kunstenaar).

De leerling kan bronnenonderzoek doen en aspecten van wereldoriëntatie en beeldende vormgeving en beeldende kunst (waaronder cultureel erfgoed ) gebruiken als inspiratiebron voor eigen beeldend werk. De leerling kan binnen de context van het thema/onderwerp gericht experimenteren met beeldaspecten en materialen en technieken en verschillende mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken volgens welke stappen hij de beeldende opdracht het beste kan uitvoeren. Hij kan daarbij teruggrijpen naar de informatie en de ideeën die hij heeft opgedaan in de oriëntatiefase.

De leerling kan bewuste keuzes maken bij het uitvoeren van de opdracht en aangeven hoe hij gebruik heeft gemaakt van ideeën die hij heeft opgedaan in de onderzoeksfase. De leerling kan zijn keuzes motiveren en daarbij rekening houden met de criteria van de opdracht en zijn eigen criteria. De leerling kan zijn plannen volgens een bepaalde werkvolgorde uitvoeren en daarbij gebruik maken van zijn kennis en inzicht in het gebruik van materialen, technieken en gereedschappen.

De leerling kan vertellen over het verloop van zijn werkproces en daarbij zijn werk vergelijken met de criteria van de opdracht en zijn eigen criteria. De leerling kan zijn waardering uitspreken voor het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan een relatie leggen tussen oplossingen in zijn eigen werk en dat van beeldend vormgevers/kunstenaars en daarbij binnen- en buitenschoolse kunstervaringen betrekken.